Er zitten drie jagers in de kroeg. Ze zijn aan het opscheppen over hun jachtkunsten. De 1e vertelt: “Ik was laatst in het bos, komt er een beer recht op me af. Ik pak m’n geweer, richt en heb ik hem recht tussen de ogen geschoten. Die beer was hartstikke dood.†De 2e jager: “Ik was laatst in het bos, komen er twee beren op me af, en ik kijk in m’n geweer en zie dat ik nog maar 1 kogel had. Toen richtte ik op een steen, die brak in tweeën en zo voor de koppen van de beren, ze waren hartstikke dood!†De 3e jager die maar 1 arm heeft, vertelt: “Ik was laats in het bos , komt er een beer op me af. Ik kijk in mijn geweer, geen kogels meer. Dus ik begin te rennen tot ik een brug tegenkom en ik ren de brug op. Komt er van de andere kant nog een beer.†De andere twee: “Wat heb je toen gedaan?†De 3e jager: “Ik heb gewacht tot ze dichtbij waren en heb ze toen allebei bij hun kop gepakt en met de koppen tegenelkaar dood geslagen.†De anderen: “Maar hoe kan dat nu, je hebt maar 1 arm?†De 3e jager: â€Klopt, maar op zo’n moment denkt je daar niet aan!â€